ATLANTIS

directors statement

directors statement:

Inleiding
Atlantis is altijd bedoeld geweest als een auteursfilm, een artistieke film. Ook al speelt het verhaal zich in de nabije toekomst af: het is zeker geen science fiction, En ondanks het feit dat het belangrijkste personage een meisje van veertien jaar is, is het geen jeugdfilm.

Het begrip “artistieke film”of “auteursfilm” heeft voor mij twee kanten: vorm en inhoud. En natuurlijk hebben die met elkaar te maken.

Inhoud
Wat de inhoud betreft gaat het om sfeer, persoonlijke associaties, poëzie. Om de beklemming van een wereld waar je (nog) niet weet wat je daar mee aanmoet. Om verwarring. Om raadselachtigheid en geheimzinnigheid. Atlantis is een initiatiefilm, een film over volwassen worden. En volwassen worden betekend dat het leven overzichtelijker wordt. Je leert je weg te vinden, je kent de codes, voor alles is een woord, een naam. De grote geheimen van de wereld en van jezelf worden minder en minder.
Om die reden gaat het mij eigenlijk niet primair om het vertellen van een verhaal. Natuurlijk, er is een verhaal: een meisje van veertien, worstelend met basale levensvragen, vindt uiteindelijk kracht om zich eigenzinnig staande te houden, door haar belevenissen op een eiland waar ze andere werkelijkheden uit een andere tijd tegenkomt. Of is dat alles haar verbeelding?
In die zin is het verhaal een variant op een sprookje van de gebroeders Grimm. Meer dan om het verhaal

Veel elementen in het scenario zijn direct verbonden met mijn eigen herinneringen. Vroeger op verjaardagen van mijn familie in Zeeland was er altijd een moment dat er vreemde oude verhalen verteld werden. En hoewel mijn familie vooral uit godvruchtige mensen bestond, waren die verhalen vol bijgeloof en zonder moraal. Ongewisheid over het leven leek het thema te zijn. Niets was logisch of rechtvaardig: altijd kon het noodlot onverwacht toeslaan.
De verhalen waren duidelijk verbonden met plekken in het landschap. Daar ergens in die bocht bij de weg was een koets door een in het zwart geklede onbekende man aangehouden en nooit meer teruggezien. Aan de weg naar het volgende dorp had de vrouw gewoond die je kon betoveren. Het maakte allemaal diepe indruk. Pas veel later ontdekte ik dat een aantal van die verhalen een verbinding had met de historische werkelijkheid. Zo was er het verhaal over Minke van de Majoor. Minke was een wat vreemde vrouw die van elders kwam, en altijd onverwacht met haar fiets overal opdook. Ze was ooit doodgeschoten. Verbaasd ontdekte ik dat dat waar was: in de verwarrende begindagen van de Tweede Wereldoorlog was ze door Franse troepen aangezien voor een spionne en inderdaad doodgeschoten. Wat ik voor een mythisch verhaal gehouden had was werkelijkheid, gekleurd door de beleving van de mensen die haar gekend hadden. En dat landschap was van dat alles getuige geweest.

Een essentiële rol speelt ook mijn documentaire project Tiengemeten. Tiengemeten is een eilandje in het Haringvliet dat van agrarisch gebied omgevormd zal worden tot natuurgebied. Het ligt net niet in Zeeland, maar het landschap is niet veel anders.
In 1996 ben ik begonnen met het volgen van dat proces op film. De bedoeling was steeds de ontwikkelingen (minstens) tien jaar te volgen. In 2001 werd deel 1 uitgebracht, dit jaar volgt het tweede deel. Onderliggend thema is steeds ordening en maakbaarheid. Tiengemeten als spiegel van de Nederlandse samenleving: planmatig en technocratisch wordt natuur ontworpen, zonder veel respect voor de geschiedenis van het eeuwenoude cultuurlandschap. Natuur ook als entertainment.
De “nabije toekomst” van Atlantis heeft daarmee te maken. Met mijn angst dat Nederland ooit zo geordend raakt dat er geen verrassing, geen ontdekking meer mogelijk is. Nooit meer staat er nog een oude ruïne van een steenfabriek ergens in meidoornbosjes verscholen. En authenticiteit is geen waarde meer die telt. (daar gaat trouwens ook mijn documentaire Niets voor de Eeuwigheid al over).
Die “nabije toekomst” is niet zover weg. Binnen Atlantis is de samenleving niet echt anders dan nu, maar net even een kwartslag gedraaid, een beetje uitvergroot. De “toekomstelementen” moeten juist iets gewoons, iets bijna terloops houden.
Dit soort thema’s, aangestuurd door beeldende associaties, gekoppeld aan het hoofdpersonage, bepalen feitelijk de structuur van de film, meer dan plotelementen dat doen. Niet altijd zal alles en iedereen meteen duidelijk zijn. Dat hoeft ook niet, denk ik. Ik zoek naar een beeldende kracht die je toch steeds mee blijft slepen. Die steeds fascineert.
Vorm
Speelfilm of documentaire: voor mij ligt dat niet zo heel erg ver uit elkaar. Wie Niets voor de Eeuwigheid of Tiengemeten gezien heeft, weet dat dat gecomponeerde constructies zijn, met strak gestileerd camerawerk, waarbij de kaders voor het grootste deel buitengewoon precies (door mij) bepaald zijn, en de lichtval zelden alleen maar toevallig is. De shots hebben een niet voorspelbare duur, de scènes zijn zelden voor de hand liggend opgebouwd. Het geluid is bijna altijd meer en/of anders dan het directe geluid.
Dat is bij mijn speelfilms Boven de Bergen en Belle van Zuylen niet heel veel anders. En beide speelfilms hebben in niet geringe mate een relatie met de omgeving, met het landschap. In Belle van Zuylen zitten een aantal “landschapsrijers” die ook in één van mijn docu’s hadden kunnen zitten. Bij Boven de Bergen is het wisselende landschap zelfs een dramatisch element.
Hoe geordend ik ook werk, tegelijk laat ik me graag inspireren door toevalligheden, waarbij authenticiteit voor mij een soort sleutelwoord is. Zoals de scène met verschrompelde appeltjes bij Belle van Zuylen, Boven de Bergen hangt van zulke momenten aan elkaar: Een plotselinge windvlaag bijvoorbeeld die de camera passeert. Je kan de opname stoppen, maar je kan ook blij verrast zijn. In die zin geloof ik ook heilig in serendipiteit: als je gepassioneerd naar iets zoekt, zul je altijd iets waardevols vinden.

Dat geldt niet alleen voor landschappen. Het geldt ook voor acteurs. Ach, wat kan ik houden van die ene mooie onzekere blik, die echt was, maar ook heel goed in het verhaal past. De vraag bij al dit soort dingen is: herken je het als het zich voor doet, en kun je er dan iets mee. En soms moet je geduldig op het goede licht wachten, of op het goede moment.
Ook Atlantis zal in hoge mate afhankelijk zijn van landschap en wat zich daar aandient. Gecombineerd met hoe we dat kadreren, en op welk licht we willen wachten. En hoe strak ik dat ook doe: acteurs zijn nooit zetstukken in een vastgelegd spel. Mijn recente theaterervaringen hebben me alleen maar gesterkt in de opvatting dat proberen en (onder)zoeken de essentie is van zowel acteren als regisseren.

Ik stel me Atlantis zeker niet voor als een film met ingewikkelde special effects. Integendeel. Ik denk dat vrijwel alle beelden in de werkelijkheid te vinden zijn. En dat het vooral een kwestie is van het juiste standpunt, de juiste locatie, de juiste découpage. Maar ik zoek geen gewone werkelijkheid. Ik zoek uitvergroting. Een lange rechte weg, die echt een hele lange rechte weg is. In zowel opnames als postproductie wil ik graag onderzoeken hoe we zo bijzonder mogelijk “winterlicht” kunnen krijgen, als contrast natuurlijk ook voor het andersoortige licht dat in het huis van mevrouw Agnes of in Xenia’s dromen domineert. De stand van de zon en het draaien van de zon speelt een rol in het verhaal omdat de zichtbaarheid van tijd een belangrijk thema is. In Belle van Zuylen hebben we een keer om een seizoenswisseling aan te geven een shot gedraaid waarin het licht totaal veranderde, zowel van kleur als van plaats. Niet de camera stond op een dolly, maar lampen met gekleurde filters. Langzaam reden ze voorbij de scène. Dat gaf een heel speciaal effect. Het beviel me.
Atlantis begint in de winter, maar eindigt in het voorjaar. De film verandert dus gaandeweg van sfeer. Ik wil dat vrij extreem aanzetten. Poëzie, lyriek, daar gaat het me om.
Daar speelt geluid en muziek een belangrijke rol bij. Ze zijn in hoge mate sfeerbepalend. Waar ik in de montage nog wel eens een beetje “hoekig” wil zijn, zoek ik muziek die in hoge mate verleidelijk vloeiend kan zijn, met de meedogenloos doorgaande beat van dance muziek als contrast.

Digna Sinke