ONDER DE OPPERVLAKTE
artikel Bas Heijne
‘Onder de oppervlakte’ van Digna Sinke gaat over het getouwtrek rond de Hedwigepolder, maar ‘vooral over de huidige generatie politici, die zich bedreven heeft in het uithollen van het politiek bedrijf zelf’, schrijft Bas Heijne.
Bas Heijne, 1 februari 2016
Tijdens het kijken naar Onder de oppervlakte, de documentaire die Digna Sinke maakte over de politieke perikelen rondom de voorgenomen ontpoldering van de Zeeuwse Hedwigepolder, viel mijn mond regelmatig open. Dat verbaasde me. Waar wond ik me over op? Ik ben tenslotte geen Zeeuw. Ik ben nooit in de Hedwigepolder geweest. Ik sta, zoals de meeste Nederlanders, op grote afstand van het onderwerp. Ik ben echt in staat ieder onverzoenlijk standpunt in deze heikele kwestie te relativeren. Ook besef ik terdege dat er tal van veel belangrijkere kwesties in Nederland en de rest van de wereld zijn om je druk over te maken. Zeker nu.
Ik moet ook bekennen dat ik vooraf niet veel ophad met juist die zo krankzinnig hoogoplopende emoties over de Hedwigepolder die ik de afgelopen jaren in het Journaal en de actualiteitenrubrieken voorbij zag komen. Die heilige verontwaardiging, die roodaangelopen hoofden – ik had zelfs afkeer van het onderwerp. Waar ging het nu helemaal om? Als de hele affaire al iets duidelijk maakte, wat mij betreft, was het de hedendaagse verkaveling van het algemeen belang. Daarbij blaast eenieder zijn eigen belang op tot kosmische proporties. Ieder ander standpunt wordt dan als een regelrechte belediging en aanval op zijn of haar eigenwaarde beschouwd.
Hoe belangrijk zulke kwesties vaak ook zijn, en hoe oprecht die emoties ook ervaren worden, ze roepen bij mij ook weerzin op, omdat er te vaak iets zwelgends in zit, een theatraal slachtofferschap en een stugge onwil om naar de argumenten van anderen te luisteren. Dat leidt vervolgens tot een houding waarbij ieder compromis niets minder dan een persoonlijke vernedering betekent. Relativeren is dan onmogelijk geworden.
verbazing, ontzetting en woede
Ik begon dan ook met een lichte onverschilligheid naar Onder de oppervlakte te kijken. Als ik er al een standpunt over had, was het dat je als land verplicht bent om een verdrag dat je ondertekent ook uit te voeren. Zo simpel is dat. Maar ik heb dus naar Sinke’s film gekeken met een mengeling van verbazing, ontzetting en woede.
Hoe komt dat? Waarom vond ik Onder de oppervlakte onthutsend op een manier die ik van tevoren niet had kunnen bedenken?
Het uitgangspunt van de maker kun je denk ik het best omschrijven als oprechte verbazing: hoe heeft de zaak van de Hedwigepolder zo hoog kunnen oplopen? Hoe kan een besluit, vastgelegd in een officieel verdrag tussen Nederland en België, destijds door alle betrokkenen met een tevreden glimlach ondertekend, de aanleiding zijn tot zoveel tergende besluiteloosheid? Hoe kan iets dat zo rustig en rationeel werd geregeld ontelbare vraag- en uitroeptekens tot gevolg hebben? Wat is de oorzaak van de politieke malaise waarmee dit dossier omgeven is? Is het gebrek aan leiderschap, overtuigingskracht, standvastigheid? Of is het eerder blindheid voor lokale gevoeligheden en gebrek aan inzicht in de gevolgen van weloverwogen bureaucratisch genomen beslissingen in de werkelijke wereld?
Meedraaien
Sinke brengt de opeenvolgende ontwikkelingen helder in kaart. Ze laat veel betrokkenen hun verhaal doen, zonder al te veel commentaar. We zijn getuige van hoe een door een regering getekend verdrag steeds meer omstreden wordt, ook in de politiek zelf, en leidt tot een eindeloze reeks incidenten en politieke ommezwaaien, die soms behoorlijk op de lachspieren werken. Maar gaandeweg vergaat je het lachen. Hoe heeft dit zo uit de hand kunnen lopen? Hoe heeft deze polder in een maatschappelijk en politiek moeras kunnen veranderen?
‘We zien alleen de oppervlakte. Daaronder beweegt van alles.’ Dat zijn de woorden van Digna Sinke zelf. Een van haar bittere conclusies lijkt te zijn dat we tegenwoordig te maken hebben met politici die teveel hun oren laten hangen naar de stem des volks, die meedraaien en meezwaaien met de publieke opinie, politici die in de eerste plaats bezig zijn hun positie veilig te stellen, in plaats van trouw te zijn aan hun overtuiging of zich neer leggen bij de vastgelegde beslissingen van hun voorgangers. Anders gezegd, de gevestigde politieke orde is zelf steeds populistischer aan het worden, steeds meer geneigd in te spelen op de emotie van het moment, waardoor bindende afspraken niet langer als bindend kunnen worden beschouwd. Het is, kortom, anti-politiek als politiek. Dat betekent dat politici, zoals in de film CDA-staatsecretaris Henk Bleker, vanuit de politiek steeds meer een soort van oppositierol aannemen tegen de politiek zelf, alsof ze zelf buitenstaander zijn die namens de ongeruste of boze burger spreken.
In het geval van Henk Bleker neemt dat uitzinnige proporties aan. Naar eigen zeggen in de documentaire weigert hij zich al te zeer te verdiepen in het dossier bij zijn aantreden en gaat vervolgens met België en Europa op ramkoers. Het blijkt uiteindelijk allemaal nat vuurwerk, het blijkt allemaal voor de bühne. Bleker wordt in de documentaire zelfs beschuldigd van een botte leugen waar het de zogenaamde instemming van Europa betreft met zijn halfhartige alternatieve plan – slechts een derde van de Hedwigepolder onder water. Niemand kan die Europese goedkeuring bevestigen – het lijkt verdacht veel op een uitvlucht van iemand die zichzelf door zijn politieke opportunisme in een onmogelijke positie heeft gemanoeuvreerd.
Want vanaf het begin stond vast dat België en Europa Nederland aan het verdrag zouden houden. Alle beloftes aan betrokkenen die er fel tegen waren of mee in hun maag zaten, waren vals. Er werd door politici gevleid, gepaaid, getraineerd, gedeald en gelogen, van Balkenende tot Rutte, van Gerda Verburg tot Henk Bleker. Terecht beklaagt een van zijn voorgangers, oud-minister van Landbouw Cees Veerman, zich over dit soort paaipolitiek. Door burgers, in dit geval Zeeuwse burgers, beloftes te doen waarvan je van tevoren eigenlijk al kunt zeggen dat ze niet haalbaar zullen blijken te zijn, pleeg je in wezen een akelige vorm van kiezersbedrog. Juist de hoge, onmogelijke verwachting die wordt gewekt, maakt dat de onvermijdelijke desillusie veel harder aankomt. Men is niet alleen teleurgesteld, maar voelt zich ook verraden. Dat heeft een funest effect op het maatschappelijk vertrouwen en het geloof in de politiek.
Wat Onder de oppervlakte op een pijnlijke manier laat zien – en ik denk dat dit het belangrijkste thema van deze documentaire is – is hoe berekenend het populisme van de huidige generatie politici is. Het heeft weinig tot niets te maken met werkelijke betrokkenheid, met begrip voor de pijn en boosheid van de Zeeuwen die opdraaien voor de gevolgen van de verdieping van de Westerschelde. Dat is pijnlijk om te zien.
In de kwestie rond de voorgenomen ontpoldering van de Hedwigepolder komen zoveel belangrijke hedendaagse vraagstukken samen: de steeds lastiger wordende verhouding tussen lokale en landelijke politiek, de effecten van globalisering op lokale gemeenschappen, maar vooral ook de vraag: wat is de mens de natuur verschuldigd? Dat zijn hete hangijzers, zeker omdat ze raken aan emoties als gevoel van eigenheid en gemeenschap, aan eigenwaarde en trots. Onder de oppervlakte laat een politiek zien die – onder invloed van het populisme op de flanken – heeft geleerd deze emoties te exploiteren. Maar anders dan een beweging als de PVV draagt men ook echte politieke verantwoordelijkheid, zodat men de opstandige burgers uiteindelijk toch gewoon nee moet verkopen.
Je kunt dus zeggen dat de politiek, anders dan Sinke suggereert, helemaal niet de oren laat hangen naar de publieke opinie. Ze doet alleen maar alsof, wat eigenlijk veel erger is. Ik denk dat juist dit schaamteloze opportunisme de meeste woede veroorzaakt. Het is in ieder geval mijn woede.
Zo gezien gaat de documentaire van Digna Sinke over zoveel meer dan over de jammerlijke geschiedenis van de voorgenomen ontpoldering van de Hedwigepolder alleen. Zeker, Onder de oppervlakte gaat over de spanning tussen economische ontwikkeling en natuurbehoud, over politiek die over de hoofden van de direct betrokkenen heen wordt bedreven en over politieke tendensen die doen voorkomen alsof dat niet zo is. Maar het gaat toch vooral over de huidige generatie politici, die zich bedreven heeft in het uithollen van het politiek bedrijf zelf. Dat is wat er onder de oppervlakte speelt. Sinke’s documentaire brengt dat genadeloos aan het licht.